Informatie over steenmarters

Steenmarters herkennen

De steenmarter (Martes foina) is qua grootte vergelijkbaar met een kat, het verschil zit vooral in de korte poten en de ronde, lang behaarde, wollige staart. Hij is voornamelijk asgrauw tot grijsbruin van kleur en heeft een grijs tot grijswitte ondervacht en een witte, roomkleurige bef, die vaak doorloopt tot aan de poten.

Ze veranderen als ze volwassen worden van grijs-wit naar een soort van cacaobruin. De steenmarter heeft kleine oren die een korte beharing laten zien, donkere ogen, een kleine snuit met roze neus plus donkere snorharen.

Mannetjes (40-52 cm kop-romp-lengte) zijn duidelijk groter dan vrouwtjes (37-48 cm). Ze zijn dan ook wat zwaarder (1400-2100 gram, vrouwtjes 900-1700 gram).

Opvallend is de manier van lopen: de steenmarter beweegt zich voort in huppelende bewegingen en is een uitstekende klimmer, die ook sprongen van anderhalve meter kan maken. Zwemmen kan hij, maar doet hij niet graag.

Als je het dier niet ziet, kun je wel aan bepaalde sporen herkennen of je het met een steenmarter hebt te maken. Steenmarters doen hun behoefte bijvoorbeeld in de buurt van hun schuilplaats, steeds op enkele vaste plekken, de “latrines”. Op zolders zijn vaak meerdere van deze latrines aanwezig indien hij daar een verblijfplaats heeft.
Hoe herken je dat het uitwerpselen van een steenmarter zijn? Ze zijn ca. 10-12 mm dik en 5-10 cm lang, hebben een gedraaide, spitse punt en zijn beduidend groter dan uitwerpselen van ratten en muizen.

Meer sporen en kenmerken die op de steenmarter wijzen en hoe je de dieren uit elkaar kunt houden, zijn te vinden onder “Gelijke soorten” en “Overlast door steenmarters”.
Veel informatie over hoe je een steenmarter herkent aan geluid of sporen vind je op de website van de zoogdiervereniging onder het kopje "Waarnemen".

Gelijke soorten

De steenmarter hoort samen met de boommarter tot de twee martersoorten in Nederland.

Taxonomie
Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
Orde: Carnivora (Roofdieren)
Familie: Mustelidae (Marterachtigen)
Geslacht: Martes
Soort: Martes foina (Steenmarter)

Er komen vier geslachten binnen de familie van de marterachtigen voor in Nederland; wezels (soorten in Nederland: wezel, hermelijn, bunzing en Amerikaanse nerts), Euraziatische dassen (soort in Nederland: das), Euraziatische otters (soort in Nederland: otter) en dus de marters (soorten in Nederland: steenmarter en boommarter).

De twee laatst genoemden, steenmarter en boommarter, zijn vaak lastig te onderscheiden.

Ze zijn ongeveer even groot, bewegen op een vergelijkbare manier en kunnen allebei erg goed klimmen. De twee marters lijken ook in hun voedselvoorkeur op elkaar. In natuurgidsen worden bovendien vaak niet helemaal duidelijke en correcte kenmerken aangeduid. Zo is de vaak genoemde keelvlek niet het meest geschikte onderscheidingskenmerk. Wél komen donkergele en oranje keelvlekken alleen voor bij de boommarter, maar ook witte en lichtgele vlekken, net zoals bij de steenmarter. Ook de vorm van de keelvlek wijst niet met zekerheid op de één of de andere soort.
De omgeving waarin een dier wordt gezien, is tegen de algemene aanname in ook geen kenmerk om de soort te kunnen bepalen. De boommarter komt wel vaak voor in bosrijk gebied en de steenmarter is vaak te vinden in terreinen binnen de bebouwde kom. Hier is echter alleen sprake van een voorkeur. Een steenmarter kan ook in een bos voorkomen en kan zelfs een verblijfplaats in een boom hebben, een boommarter kan net zo goed aan de rand van de bebouwde kom zitten en zelfs voor een verblijf in een gebouw kiezen.

Maar hoe kun je ze dan wél uit elkaar houden?

Voornamelijk door de kleur van de ondervacht: de boommarter heeft een donkere ondervacht, bij de steenmarter is deze zo goed als wit. Dat is niet erg goed te zien als je hem ergens heel even ziet lopen, maar als je een overleden dier vindt of soms op camerabeelden kan dat al helpen om te bepalen welke soort het is. De boommarter heeft ook een smallere, spitsere snuit en in verhouding grotere oren. Bij de steenmarter zitten deze meer zijdelings dan bij de boommarter. Opvallend is zeker de neus: die van een steenmarter is roze of vleeskleurig, die van een volwassen boommarter zwart (let op: dat geldt dus niet voor een jonge boommarter).

Ben je geïnteresseerd in meer informatie? Dit artikel en deze website gaat dieper in op de verschillen van de twee soorten marterachtigen.

Leefwijze

Leefgebied en territoriaal gedrag

De steenmarter leeft solitair (dus niet in groepsverband) en is een dier dat zich makkelijk en goed kan aanpassen aan een (nieuwe, veranderende) omgeving en is dan ook te vinden in diverse leefgebieden (biotopen). Op locaties waar genoeg voedsel en ook dekking te vinden is, houdt hij zich het liefst op. Dat is ook vaak in bebouwde terreinen en dichtbij de mens. Hij wordt daarom vaak “cultuurvolger” genoemd, echter is de steenmarter niet afhankelijk van menselijke gebouwen of cultuurlandschappen (dus door de mens aangepaste omgevingen).

De steenmarter heeft binnen zijn territorium meerdere verblijfplaatsen. Terwijl de steenmarter in de zomer vooral in takkenhopen of bijvoorbeeld boomholten slaapt, schuilt hij in de winter en in het voorjaar liever in kruipruimtes, op zolders of in spouwmuren. Hij kan door een opening van 5-6 cm kruipen. Vaak gaat het dan niet om een echt “nest”, maar maakt het dier gebruik van allemaal vindbaar materiaal. Onder andere groenstroken met veel struiken vindt hij fijn, maar ook tuinen die toegang bieden tot huizen, net zoals scholen en soortgelijke gebouwen. Hij is daarbij erg territoriaal, dat wil zeggen dat hij geen andere marters van hetzelfde geslacht in zijn leefgebied toelaat. Die ziet hij als concurrentie wat betreft schuilplaatsen en voedsel en daarom markeert hij zijn territorium met geurstoffen. Vooral in augustus tot en met oktober kunnen heftige gevechten met veel lawaai plaatsvinden als een steenmarter een indringer moet wegjagen. Daarbij gaat het vaak om jonge dieren die op zoek zijn naar een eigen territorium. Wel overlapt het gebied van een mannetje met dat van meerdere vrouwtjes. De grootte van een territorium hangt af van het voedselaanbod en het aantal verblijfplaatsen en verschilt dan ook sterk: in Nederland zijn de territoria tussen de 80 en 700 ha groot. In een stedelijk gebied heeft een dier minder ruimte nodig dan in een natuurgebied.

Voeding

Een kieskeurige eter is de steenmarter niet. Muizen, zelfs jonge konijnen en jonge vogels, wespen- en hommelbroed staan op zijn menu. Ook kevers, rupsen, kikkers en fruit eet de steenmarter. Tegen weggegooid eten van mensen zegt hij uiteraard ook niet nee; boterhammen, katten- of (tuin)vogelvoer en eieren uit kippenhokken worden ook gegeten. Je kunt nabij zijn schuilplaatsen vaak onbedekte voedselvoorraden vinden. Bron: foldersteenmarter.pdf (riet.com)

Ook al zijn steenmarters  niet bepaald populair, ze zijn wel veel betere rattenbestrijders dan bijvoorbeeld boerderijkatten. Voordat de huiskat of boerderijkat deze functie overnam, werd de steenmarter zelfs gezien als nuttig om af te komen van ongedierte. Omdat ze veel wendbaarder, sneller en ook feller zijn dan onze katten, en bovendien op voor katten ontoegankelijke plekken komen, kunnen marters hele knaagdierplagen voorkomen. Knaagdieren “bestrijden” door middel van natuurlijke vijanden is uiteraard ook veel milieuvriendelijker dan door bijvoorbeeld gif: is een dier vergiftigd, vormen ze een makkelijke (maar dus giftige) prooi voor roofvogels.

Levenscyclus

In de paartijd, die van juni tot augustus duurt, zorgen de mannetjes met luidruchtig gekrijs voor gevechten om de vrouwtjes voor zich te winnen. De dieren geven in die tijd een sterke geur af, zodat de geslachten elkaar makkelijk kunnen opsporen om te paren. Gedurende de ca. 10 dagen durende loopsheid wordt het vrouwtje soms door meerdere mannetjes gedekt. Bijzonder is de zogenaamde “verlengde draagtijd” van 9 maanden: De bevruchtte eicel deelt zich een aantal keren totdat ze overgaat in een rustfase. Pas maanden later, ongeveer in januari, nestelt de eicel zich in de baarmoeder, en nog eens later, vanaf eind februari of maart, ontwikkelt het embryo zich verder.

De geboorte van de nieuwe generatie steenmarters (meestal een tot vier jongen per worp) vindt uiteindelijk plaats in maart of april. Ze zijn bij geboorte dan niet groter dan muizen, en de eerste vier tot vijf weken blind. Het moederdier zoogt ze ongeveer twee maanden lang, vanaf zes weken komt er wat vast voedsel bij. Een week na het spenen verlaten ze het nest en gaan ze naar bijvoorbeeld een struikgewas of een stil, weinig gebruikt hok. Als er maar veel dekking aanwezig is. Sowieso tot die tijd zijn ze sterk afhankelijk van de moeder die voor ze zorgt. De jonge vrouwtjes worden uiteindelijk in de herfst weggejaagd door de moeder, de mannetjes pas later door de vader, uiterlijk als ze met circa anderhalf jaar geslachtsrijp zijn.

Steenmarters worden soms ouder dan 10 jaar, in gevangenschap halen ze zelfs de 18 jaar.

Zijn ze gevaarlijk?

De steenmarter is voor mensen, honden en katten vrijwel ongevaarlijk. Er zijn wel wat aandachtspunten in acht te nemen:

  • Als hij de mogelijkheid heeft, zal een steenmarter altijd vluchten bij een ontmoeting met de mens of bijvoorbeeld een hond. Als hij zich in het nauw gedreven of bedreigd voelt en geen andere uitweg ziet, zal hij waarschijnlijk wel in de verdediging schieten. Het is raadzaam om het hanteren van een steenmarter over te laten aan een specialist.
  • Steenmarters kunnen drager zijn van rabiës (hondsdolheid). Echter is deze ziekte zo goed als niet meer aanwezig in Nederland. Indien mensen wel rabiës hebben, dan hebben ze het vrijwel altijd opgelopen in het buitenland. Hondenziekte (ziekte van Carré) kan ook voorkomen bij een steenmarter, maar voor de mens is dat ongevaarlijk, net zoals voor gevaccineerde honden (en pups worden er als het goed is standaard op jonge leeftijd tegen gevaccineerd).
  • Het grootste gevaar is waarschijnlijk indirect van aard: namelijk het veroorzaken van brand door knagen aan kabels en daardoor veroorzaken van een kortsluiting. Echter: ook muizen en ratten kunnen dit net zo goed.

Meer weten?